Aangezien de rails en blokken t.b.v. de genuaschoten zich op het kajuitdek bevinden vaart de DF30C lekker hoog aan de wind. Bij halve wind wordt de genua echter minder effectief gebruikt omdat het schootoog dan te veel naar binnen wordt getrokken. Zodoende heb ik een eenvoudige uithouder van een stuk alluminium profiel en twee pfeifer eindstukken gemaakt. Deze zeilvakantie 2009 heb ik deze voor het eerst geprobeerd. Het werkt als een speer. Het boompje is snel te zetten. De boot loopt er een stuk sneller door.
Misschien is een telescopisch exemplaar (zoals Griddel) de beste oplossing. Mijn boom is gemaakt van een stuk profiel van een zonneschermpje (oud metaalhandel). Een uurtje arbeid aan zagen, slijpen, boren en poppen en het ding was klaar.
Ik heb de uithouder vanmiddag even voor je opgemeten. De lengte van de buis is 161 cm, daar komen dus nog de pfeiffer eindstukken bij. Aan de hand van de huidige zeilervaringen is deze lengte goed gekozen voor een echte halve windse koers tot aan een bakstagkoers. Met de schootspanning en positie van het leioog valt er wel iets te trimmen.Komt de wind echter iets meer van voren, dan is deze uithouder te lang. Misschien is het beter hem iets minder lang te kiezen, b.v. 150 cm. Uiteraard is een telescoop uithouder nog interessanter, doch ook veel duurder.
Een ander idee zou ook kunnen werken. Als je aan de schoothoek een 2de schoot zet en deze buiten om de verstaging leidt naar een oog of blok op de genua-rails. Op deze manier hoef je niet uit de kuip om je boom te zetten. Tevens hoef je geen capriolen uit te halen bij minder goed weer op dat voordek. Je kan hetzelfde lei-oog gebruiken of een extra plaatsen.
Op zich een aardig idee. Heb ik natuurlijk uitgeprobeerd. Ik dacht eerst aan het kopen van een klapblok hiervoor.
Het werkt doch met de uithouder (zo gezet en super licht) breng je het leioog net wat verder naar buiten (DF30C is 299 breed) en loopt het allemaal net wat lekkerder. Met name bij licht weer tot 3 a 4 bft speelt dit een rol. Bij meer wind maakt het allemaal geen barst meer uit en loopt de boot, ook zonder uithouder, de gewenste snelheid. Met licht weer is het zetten van deze uithouder geen enkel punt. Maar … laat ieder het maar eens uitproberen.
Op de Griddel gebruiken wij de uithouder nu zo’n twee seizoenen en deze bevalt ons prima. Op ruime / voordewindse koersen loopt onze D30 een stuk sneller. Het voordeel van een telescopische uithouder is dat je een beetje kan experimenteren met de lengte. In het begin hebben wij dat veel gedaan maar nu staat de uithouder zodanig op een vaste lengte ingesteld dat deze langs de voorstag langs kan. De ene kant zit dan vast aan de ring op de mast en de andere kant aan de lus van de fokkenschoot bij een ingerolde fok. De fok kan zo makkelijk naar SB of BB zijde uitgerold worden maar ook overgezet worden van SB naar BB (of andersom) en ook ingerold worden zonder naar voren te hoeven gaan. Als de uithouder niet gebruikt wordt hangen wij deze zover mogelijk naar voren aan de railingdraad op. Dit bevalt prima.
Wij vinden de uithouder echt een aanrader.
Ook deze zeilvakantie weer verrassende verschillen geconstateerd zonder en met de uithouder.
Op zee, onderweg van IJmuiden naar Stellendam, met halve windse koers en WK 2 a 3 bfr (circa 8 knp) bleek ik de vaarsnelheid zonder uithouder nauwelijks tot meer dan 2 1/2 a 3 knopen te kunnen trimmen. Met de uithouder en een beetje “fine tuning” liep de boot 5,5 knp. Wat een feestje!
Nu zoek ik nog een methode om de lengte van de uithouder vanuit de kuip te kunnen instellen. Telescopisch, maar dan via een lijntje en blokjes te bedienen. Dat lijkt gemakkelijker dan het is. Ik heb al iets bedacht en profisorisch uitgeprobeerd maar mooi vind ik het nog niet.
Iemand ideëen?
Dag Piet, 5,5 knoop in plaats van 2,5 à 3? Dat wil ik ook! Welke eindstukken en buis gebruik je? Zouden die van Pfeiffer van 36 mm voldoende zijn? Dan koop ik een stukje alu buis van 1.60 meter en 36 mm. diameter binnenwerks, en met een paar popnagels zou dat goed te doen moeten zijn. Of zie ik iets over het hoofd??
Ik had ooit een telescopische van een Amerikaans merk die ik bij van der Werf gekocht had. Die voldeed niet omdat het telescoopmechaniek niet strak genoeg te stellen bleek. Die heb ik teruggebracht. Maar met een vast heb je dat probleem gewoon niet. Ik ben benieuwd naar je advies.
Jan Willem
Die 36 mm zou goed kunnen kloppen. Ik zal het voor je na moeten meten en hoop daaraan te denken als ik weer aan boord ben. Het is op zich een vrij licht profiel. Toch zijn de krachten die het te verwerken heeft best wel groot. Gelukkig is die kracht voornamelijk in de lengte van het profiel en aluminium is vrij stijf. Daarom twijfel ik ook over het gebruik van een teleskoopuithouder. Ik kan mij voorstellen dat die, ondanks stevig aandraaien, onder de kracht die er op staat slipt.
Vorig weekend heb ik, bij wijze van proef, de uithouder enkel met één eindstuk aan de lus van de genuaschoot gehaakt. De andere zijde heb ik verbonden aan een lijn welke ik door het oog van de mast, een vrij blok bij de mastvoet, de organiser en een stopper heb geregen. Ik kon nu vanuit de kuip de nuttige lengte van de uithouder regelen door deze lijn via de lier aan te draaien/te laten schietenv. Dat lukte al vrij aardig.
Ik merkte dat andere schippers vernaasd achterom keken toen ze mijn uithouder zagen die aan loef éé voorbij de mast uitsteekt.
Bij halve wind draai ik de lier helemaal aan. Ook de genuaschoot staat behoorlijk strak.
Bij iets ruimere wind draai ik de lier eveneens geheel aan, doch dan wordt de genua schoot iets losser gevierd.
Komt de wind meer voorwaards in, dan kun je gemakkelijk de uithouder iets laten vieren zodat de genuaschoot meer naar het leioog toe komt. Erg comfortabel, en het werkt al heel aardig.
Dit wil ik verder gaan verbeteren. Ik denk aan een stuk kokerprofiel, vertikaal aan de mast (aan het oog). Hierdoorheen glijdt dan de uithouder.
Meer ideën zijn natuurlijk welkom.
DF30C’s eigenaren … dit lijkt allemaal vergezocht maar het kost niet veel om uit te proberen en dan zul je merken dat het een groot verschil uitmaakt in de snelheid van je boot.
Dag Piet, ik kon niet langer wachten, het eerste zeilweekeinde met mooi weer lijkt eraan te komen, dus heb ik inmiddels de boom in elkaar gezet. Aan beide zijden van de buis een spinnakerboomeindstuk van Pfeiffer van 36 mm. diameter. De buis kocht ik bij de Utrechtse Metaalwinkel. Volgens de meneer van de winkel was het aluminium niet zeewaterbestendig, maar hij verzekerde me dat het onze tijd wel zou houden. We zullen zien. Het is eentje van ook 36 mm. binnendiameter en 3mm wanddikte, dus buitenwerks 42 mm. De eindstukken passen er zuigend in. Aan beide zijden tweemaal popnagelen en na tien minuten was de uithouder gereed. Dit weekeinde proberen, ik ben benieuwd na jouw verhaal en de reacties erop.
Ik ben heel benieuwd naar je ervaringen en reactie. Ik heb er alle vertrouwen in. Houdt het leioog lekker ver vooraan zodat je in ieder geval het achterlijk dichttrekt. Let op de teltails, als die van boven tot onderin horizontaal staan, aan loef net tegen het zeil en aan lij net vrij, dan heb je het zaakje optimaal getrimt. Het komt helemaal goed.
Succes en veel zeilplezier.
Ik kreeg vorig jaar van iemand in de haven ook een uithouder met ongeveer deze maten en heb hem ook maar eens uitgeprobeerd.
Ik moet zeggen dat het erg goed beviel met halve wind. Lekker stabiel en meer constante snelheid.
Enige nadeel is dat ik nu 2 uithouders aan dek heb, maar daar wennen we wel aan.
Blijkbaar komen er best wel grote krachten op het bevestigingsoog (spi-oog) aan de mast. Dit jaar ontdekte ik dat er van de 4 klinknagels 2 gebroken waren. Ik heb een grotere en wat zwaarder uitgevoerd spi-oog gevonden (ook van Z-spars) en deze met nieuwe klinknagels gemonteerd. Dit keer een beetje hoger dan het orgiginele spi-oog waardoor de uithouder iets naar beneden wijzst. Dat leek me qua krachtenverdeling zo gek nog niet.
