Loefgierigheid Gib’Sea 33

[size=15]De Gib Sea 33 heeft de neiging bij windvlagen sterk te loeven en zelfs uit het roer te lopen. De geringe diepte van de kiel met een massa van 1350 kg. tov de totale massa van 5600 kg en de behoorlijke breedte veroorzaken het makkelijk uit het roer lopen.[/size]
[size=15]De volgende oplossingen heb ik om dit effect tegen te gaan[/size]
[size=15]1. Zeiltrim vanuit de onderlijkstrekker. Breng deze lijn naar de kuip of plaats een takeltje tussen de giek en de mastvoet om deze lijn naar wens aan te halen. Hiermee verminder je de bolling van het onderlijk. [/size]
[size=15]In het zeil kan geen flattening reef[/size]
Flatteningreef[size=12]
[/size]Dit oog bevindt zich in het achterlijk vlak onder het eerste reefoog. Door dit oog naar achteren te trekken (en niet naar beneden zoals we soms zien!) vlakt u het grootzeil onder- en achterin  af. Samen met het cunninghamhole een krachtig middel om het grootzeil af te vlakken. Ook hier geldt weer dat het zeil wel gebouwd moet zijn voor een flatteningreef.
Cunninghamhole
[size=9][size=12]Een cunninghamhole is een extra oog dat zich ongeveer 15 centimeter boven de halshoek bevindt. Door dit oog naar beneden te trekken maakt u de onder/voor-zijde van het zeil vlakker. De boot zal hierdoor minder gaan hellen. Een prettige optie tussen ongereefd en gereefd in. Het grootzeil moet qua snit wel gebouwd zijn voor een cunninghamhole. Het inslaan van een oog in een niet hiervoor bedoeld zeil gaat dus helaas niet.[/size] [/size]
[size=15]2. heis het zeil maximaal door. Hierdoor verminder je ook de bolling. het alternatief een cunninghamhole past niet in het standaard zeil.[/size]
[size=15]3. Trek de mast naar achter. De achterstagen zijn apart aan de mast bevestigen dus je moet zorgen dat ze eveneveel spanning houden. Zet bijvoorbeeld een takeling tussen de stagen.[/size]
[size=15]4. Plaats eventueel een overloop[/size]
[size=15] De overloop op de G33 is een aanzienlijke verbetering. Het geeft een aanzienlijke verbetering op de aandewindse koersen. Daarnaast is het schip makkelijker te trimmen en biedt het de mogelijkheid om de reguleerlijnen (vaar met regelmaat alleen) naar het stuurwiel toe te halen, waardoor het reven van de grootschoot bij wat een vlagerige wind overbodig wordt.[/size]
 gibsea3338475,3850231481

[size=12]Het doorhijsen van het zeil werkt als een flattening reef.[/size]
[size=12]<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><O:P></O:P>[/size] 
[size=12]Een cunningham hole kan wel gemaakt worden, maar is niet zinvol omdat je het voorlijk al vlak kan trimmen.[/size]
 
[size=12]Inderdaad, door de mast naar achter te trimmen (voor zover dat gaat bij een topgetuigd schip), zal het grootzeil wind lozen bij het achterlijk.[/size]
 
[size=12]Belangrijk is ook om bij een vlaag geen maximale roeruitslag te geven, maar de boot iets te laten loeven. Het grootzeil gaat killen, waardoor de boot rechterop komt en het roer weer druk krijgt.[/size]Volle MaaN38475,3776273148

Het onderlijk flink strak doorzetten doet inderdaad wonderen. Om dit te bewerkstelligen heb ik achter de mast een liertje geplaatst. Dit liertje wordt ook gebruikt voor het 1e en 2e rif, tenzij je, zoals ik gezien heb bij de Seagirl, extra blokken plaatst + valstoppers e.d. om de reeeflijnen naar de kuip te brengen. Maar ja, je moet toch naar de mast om het zeil aan te slaan bij het reven.
Om het zeil nog vlakker te krijgen, kan je ook de neerhouder flink doorzetten. In de standaarduitvoering lukt dit niet. Met het mastliertje echter wel. Ook kan er natuurlijk gebruik worden gemaakt van een takeling (meen ik ergens anders ook gelezen te hebben).
In mijn praktijk betekent dit ongereefd varen tot zo’n 18 ? 20 knopen aan de wind.

De beste oplossing is een nieuw grootzeil met een voor deze boot gesneden achterlijk en top die bij vlagen juist uitwaait. De originele zeilen zijn van onvoldoende kwaliteit. Waarschijnlijk is zo’n beetje iedereen met deze doeken nu wel uitgezeild en dat is dus maar gelukkig ook.

Onze nieuwe zeilen hebben tot resultaat dat we ten eerste hoger aan de wind kunnen en ten tweede veel langer door kunnen varen zonder te reven. Na een jaar met de nieuwe zeilen gevaren te hebben is dit m.i. voldoende bewezen.

Het uit het roer lopen is nu vergelijkbaar met andere boten dus het lag echt aan de zeilen en niet aan de romp of de kiel.

Ik ben erg tereden over de zeileigenschappen van de G 33. Ze doet in het algemeen niet veel onder voor andere toerboten. Een klapschroef van ca. 950 euro doet wel wonderen want de G’ 33 van een vriend met tweebladsklapschroef houden wij sindsdien niet meer bij.