[size=15]Trinidad ? Grenada 2 april ? 10 april[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]Hier zitten we dan. St David?s harbour, Grenada. Beter gezegd, we dobberen achter ons anker. Een hernieuwde kennismaking met het zeilen in de Cariben.[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]De reis hierheen verliep niet zonder slag of stoot. Doordat onze aansluitende vlucht in Frankfurt drie uur vertraging had, misten we in Tobago de Fast Ferry. Bovendien waren alle binnenlandse vluchten voor die avond volgeboekt. Uiteindelijk zijn we op de nachtboot van Tobago naar Trinidad beland, waar we 6 uurtjes verkreukeld op een bankje hebben doorgebracht. Na 31 uur reizen ritsten we maandagochtend 5.15 lokale tijd precies met zonsopgang de nieuwe dektent open.[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]Wennen was het vooral aan de vochtige warmte en het tijdsverschil van 6 uur. Het verven van het onderwaterschip liep uit naar twee en halve dag, doordat we langzaam op gang kwamen, door het weerzien met Frank en Marijke van de Sepia, door van alles en nog wat. Maar woensdagochtend was de boot klaar om te water te gaan. Daarna zijn we nog ??n nachtje in Trinidad gebleven, al konden we niet wachten om deze plek te verlaten. Ons gerepareerde grootzeil moest nog bezorgd worden en de nieuwe taxfree gekochte voorraad bier. Andrew verkocht (nou ja, geruild tegen een stapeltje dollars, want handelen mogen buitenlanders hier niet) tussendoor ook nog onze bootbarbecue aan de Sepia.[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]Donderdagmiddag waren we klaar voor vertrek, of toch eigenlijk ook niet. Doch dat van uitstel afstel kan komen, zagen we aan medezeilers die weken, maanden, zelfs jaren langer in Chaguaramas Bay lagen dan gepland. Half vijf ?s middags kozen we weer voor het ruime sop. Eenmaal uit de luwte van het land, stak de passaatwind weer de kop op. Letterlijk, want na weken v??r de wind zeilen, kwam de wind nu schuin van voren. ?s Nachts aan de wind zeilen met windkracht 5 vonden we niet echt geschikt om in te slingeren, maar we hadden weinig keus. De wind kwam gedurende de nacht gelukkig steeds meer zijwaarts in, en met behulp van de stroming liepen we voortdurend meer dan 7 knopen. Precies met zonsopgang bereikten we de hoofdstad van Grenada, St George.[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]St George voldoet precies aan ons beeld van een Caribische stad, kleurige koloniale huisjes op groene heuvels, overal muziek, kleine straatjes met toeterende auto?s. Na het inklaren bij de douane, wat heel vlot gaat en ?slechts? 25 dollar kost, gaan we de stad in. Terug op de boot, legt een Grenadaan langszij om ons een gastlandvlaggetje te verkopen. We hebben van de afgelopen vier landen de moeite niet meer genomen er alsnog een te bemachtigen maar hij biedt een werkelijk mooie vlag aan, dus vooruit, een vrolijke Grenadaanse vlag wappert nu in ons stuurboord want.[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]De volgende dag zetten we zeil en varen om de zuidwest punt van het eiland richting True blue bay. Voor het eerst in m??nden moeten we opkruisen, de baai ligt recht tegen de wind in. Gelukkig is het maar een paar mijl, dus na twee uurtjes liggen we weer achter ons anker en in het blauwe helaas niet zo heldere water. Van snorkelen komt dus niet zoveel en van slapen ook niet, we liggen behoorlijk te rollen. Het happy hour van de bar waar we op uit kijken benutten we wel.[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]Het leuke van zeilen in de Carieb is dat het altijd waait, de zon altijd schijnt en de afstanden (bijna) altijd kort zijn. Zondag kruisen we 7 mijl op naar David?s harbour op de zuidoost punt van Grenada. Haven is een overdreven benaming voor deze ankerbaai, maar het is een prachtige plek midden in de natuur. De jungle groeit zo het water in en de huizen die we kunnen zien zijn op ??n hand te tellen. Eeuwen geleden legden hier al handelsschepen aan om specerijen als nootmuskaat en ook koffie en cacao in te laden voor verscheping naar Europa. Tussen de bomen verscholen ligt nu een klein werfje. Hopelijk kan een monteur morgen onze koelkast repareren. Voorlopig behelpen we ons met zakken ijs, want wat is een zonsondergang zonder koud biertje?[/size]
[size=15] [/size]
[size=15]De monteur verwacht ongeveer half twee bij onze boot te zijn. Wij nemen het Caribische uurtje in aanmerking en gaan eerst op ?expeditie Robinson?. Met ons bijbootje varen we voorzichtig over het rif heen naar de naastgelegen baai. Dat gaat prima,maar de landing op het Robinson Cruso? strandje minder. Ik ben gelukkig alvast uitgestapt en kan een mooie actie-foto maken als Andrew door de omslaande golven op het strand wordt gespoeld. Op het strandje zijn verder alleen lege kokosnoten en verdorde muskaatnoten te vinden. De rest van de dag zwemmen we en lezen we, en tegen half vier is er nog steeds geen monteur te bekennen. Zullen we morgen nu wel of niet verder varen naar Carriacou? De volgende mogelijkheid om het onding te repareren zal pas op St Vincent zijn. Dit ?coole? verhaal wordt dus vervolgd?[/size]
Hoera! Welkom terug en heel veel plezier!
RichardRiesmo38818,662025463
[size=15]<?:namespace prefix = st1 ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags” /><st1:country-region w:st=“on”>Grenada</st1:country-region> ? Carriacou ? |G<st1:place w:st=“on”>renadines</st1:place>[/size]<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Het vorige verslag was nog geen minuut verzonden of de monteur klopte op de boot. Hij was er al snel achter dat de thermostaat van de koelkast kapot was. Andrew en ik hebben ??n avond voor thermostaat gespeeld, hij was ?aan? en ik was ?uit?. De volgende dag werd er echter al een nieuwe thermostaat geleverd en was het euvel verholpen. Nu we toch moesten wachten, hebben we gelijk ons noodroer laten aanpassen. Na 6000mijl met een onbruikbaar noodroer vonden we het wel welletjes. Toch hopen dat we het nooit nodig zullen hebben. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Gedurende de werkzaamheden hebben we de tijd gedood met een flinke wandeling over het eiland. ?s Middags zijn we teruggevaren naar St George om boodschappen te doen. En de volgende ochtend vroeg vertrokken we naar Carriacou, een soort last outpost van Grenada. 35 mijl voor de boeg, waarvan de eerste 10 in de lij van Grenada, zonder golven, maar ook zonder wind. Het grootste gedeelte hebben we echter tegen een stevige passaatwind in afgelegd. Carriacou staat in onze havengids beschreven als eiland met 100 rumwinkeltjes en 1 benzinestation. Het benzinestation hebben we inderdaad gezien, de rumwinkels hebben we niet geteld. Wel hebben we uitgeklaard en zijn snel terug gegaan naar Volle MaaN. Deze plaats bevalt ons niet zo, het lijkt wel het lepra-eiland van Grenada. Aan boord trekken we een fles Chileense wijn open en genieten van de zonsondergang in de oceaan. Af en toen schiet een jagende barracuda over het water en zelfs een schildpad steekt nieuwsgierig zijn hoofd boven. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Na een onrustige nacht met valwinden van 20-30 knopen, vertrekken we donderdag naar Union Island. Dit eiland is het meeste zuidelijke Grenadine, een ketting van eilandjes en riffen, horend bij St, Vincent. Union Island vestigt een record, het kost ons bijna een uur om in te klaren. Maar dan hebben we ook een aantal heerlijke korte tochtjes voor de boeg. Union Island zelf is een aangename plek, er zijn winkeltjes barretjes en het water is helder en azuurblauw. Met de dingy varen we naar het rif wat het havenkommetje omsluit. Met de snorkels is er helaas weinig anders te zien dan dood koraal en dode conches, grote schelpen. Van dezelfde schelpen, die vissers leeg op strand hebben achterlaten, is een barretje gebouwd op het rif met de pretentieuze naam Happy Island. We drinken er happy een biertje met uitzicht op de ankerbaai en betalen minder happy 20 EC dollar.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Donderdag zijn als volgende Grenadine de Tobago Cays aan de beurt. Deze kleine eilandjes en met het omliggend horse shoe reef worden beschreven als ??n van de mooiste ankerplekken ter wereld… Op weg ernaartoe lopen wij bijna op een rif, maar worden gelukkig op tijd gewaarschuwd door een voor anker liggende catamaran. Als we om het eilandje Mayreau heen varen en het horse shoe reef binnen, verandert de kleur van het water in turquoise, azuurblauw en bruin (dat zijn de plekken waar je aan de grond loopt) en zien we de bodem 10 meter onder ons glashelder. Tussen riffen en eilandjes door varen we naar de binnenkant van het ?hoefijzer rif? en laten ons anker vallen op het witte zand op 3 meter diepte. En het is hier echt mooi! Witte zandstranden met palmbomen, het water is z? helder en achter het rif niets dan 2000 mijl Atlantische oceaan.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]We duiken met onze snorkels het water in, eerst om te kijken of het anker goed ligt en dan om het koraal en zijn bewoners te bekijken. De eerste ?duik? is gelijk raak, vlak voor ons zwemt een rifhaai van een metertje of anderhalf. Verder natuurlijk koraal en koraalvissen in de meest uiteenlopende vormen en gevlekte, gestreepte of effen kleuren.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]De volgende morgen wordt het brood bezorgd vanuit Union Island. Het kost wat, maar dan heb je ook wat: een verse baguette op de vroege morgen. We klimmen naar de top van ??n van de eilandjes en genieten van het prachtige uitzicht over de oceaan en de Cara?bische zee. Vandaag is het windstil, we wisten niet dat dat ook kon in de passaatgordel. Hierdoor is het vandaag h??t !! Veel snorkelen en zwemmen om het enigszins aangenaam te houden.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Aan het van de middag besluiten we toch maar naar Mayreau te vertrekken, naar Salt Whistle bay. De baai ligt erg beschut en heeft een mooi uitzicht. Tussen de ankerbaai en de oceaan aan de andere kant ligt een strandje van enkele tientallen meters breed. Hierdoor zie je achter de palmbomen de zee branden en is het waarschijnlijk ook enorm druk. We weten ons met ons -relatief- kleine bootje tussen de 50-voeters te proppen. Door de windstilte draaien de geankerde boten alle kanten op en wordt het een chaos in de baai. Onze Nederlandse buren van de Fly Away kunnen daardoor wel makkelijk bij ons aan boord stappen voor een biertje. Na de koffie de volgende morgen bij hen aan boord vertrekken wij naar Canouan. Er staat gelukkig weer wat wind en we kunnen het eiland onder zeil bereiken. We ankeren voor het strand van een hotel, waar we kunnen meegenieten van keiharde reggae-muziek. Als we het dorp inlopen, blijkt dit echter van een plaatselijke caf?houder afkomstig te zijn. De muziek is werkelijk in de hele baai te horen! Verder is er weinig te beleven in het dorp en ook de piratenbar van het hotel wil helaas niet tot leven komen.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Morgen naar Bequia, het meest noordelijke en voor ons tevens laatste Grenadine.[/size]
Wat leuk om weer van jullie te horen. De reis gaat weer verder.Jullie verhaal leest heel aangenaam. Wij blijven jullie volgen
Marja en Willem
PALADYN
[size=15]Grenadines ? St. Vincent ? <?:namespace prefix = st1 ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags” /><st1:country-region w:st=“on”>St. Lucia</st1:country-region> - M<st1:place w:st=“on”>artinique</st1:place> 17 april ? 26 april<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p></o:p>[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Op Bequia is is de jaarlijkse regatta aan de gang. Als wij de baai binnenvaren, bevinden we ons midden in het wedstrijdveld. We worden meteen fanatiek en zeilen achter de deelnemers aan richting finish. Achter de streep laten we het anker vallen in de baai voor het stadje Port Elizabeth. Langs het water zijn talloze terrasjes en barretjes te vinden. Erg gezellig! We besluiten een extra dagje te blijven en wandelen de volgende morgen naar de noordpunt van het eiland. Daar beheert een vrijwilliger het ?turtle sanctuary?. Als de eieren van de schildpadden uitkomen, neemt hij een aantal baby-schildpadden mee. Hij houdt ze in bassins tot ze 5 jaar oud zijn en meer overlevingskansen hebben. Hij vertelt onder andere dat als de schildpadjes net uit hun ei komen, ze nog niet goed kunnen zwemmen en soms honderden kilometers door de stroom worden meegevoerd. Pas als ze ouder zijn, kunnen ze terug zwemmen naar het Caribische gebied. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]?s Avonds hebben we een gezellige borrel bij de Schoonheyt aan boord. Vaak gehoord over de kortegolfradio, maar nog niet eerder gezien. Woensdag hijsen we de zeilen weer en varen naar St. Vincent. In Wallilabou Bay is de film ?Pirates of the Caribbean? opgenomen. Voor we naar de filmset kunnen gaan kijken moeten we eerst de boatboys afschudden. Deze opdringerige heren helpen je iets te graag een ankerboei oppikken en een lijn naar de kant brengen, natuurlijk tegen vergoeding. Uiteindelijk liggen we uitstekend tussen een ankerboei en een lange lijn naar de steiger, waarop Johnny Depp zijn stunts vertoonde. Van het snorkelen in de baai komt helaas weinig terecht. Een school kwallen heeft dezelfde plek als wij uitgekozen om te gaan zwemmen.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Van St. Vincent zeilen we 50 zeemijl naar St. Lucia, naar Marigot bay. Volgens de havengids de mooiste baai van de Caribbean. Dat hopen we niet, want wij vinden er niet veel aan. Rond alle oevers worden nieuwe hotels gebouwd en de werkzaamheden komen de sfeer niet ten goede. De volgende morgen dus snel anker op. In Rodney bay zoeken we, voor het eerst weer, een plaatsje in de jachthaven. We hebben water nodig en bovendien willen we de volgende dag het eiland verkennen. In de marina laten we de boot met een gerust hart achter.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Zaterdagmorgen toeristisch dagje per scooter. We bezoeken onder andere Soufri?re, vrij vertaald uit het Frans: zwavel in de lucht. Hier bevindt zich de krater van de vulkaan waaruit St. Lucia is ontstaan. Alle bovenwindse eilanden zijn ontstaan door vulkanische activiteit en waarschijnlijk staan alle vulkanen met elkaar in verbinding. De laatste vulkaanuitbarsting in het Caribische gebied was op Montserrat in 1997, de meest fatale in 1902 op Martinique, waarbij 30.000 mensen omkwamen. Met het scootertje rijden we zo de krater in, de stank ruik je al enkele honderden meters eerder. Zwavelgassen komen vrij door spleten in de aarde en het water wat hier langs stroomt wordt verhit tot 100graden. Enkele kilometers verderop stroomt het met ijzersulfaat verrijkte, afgekoelde water van een waterval en kun je erin baden. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]De dag eindigt wat minder prettig. Op zoek naar printerpapier in ??n van de kastjes van Volle MaaN, kijk ik onder de stuurboord bank tussen de navigatieboeken en kaarten. Ik vind geen printpapier maar wel de broedplaats van onze kakkerlakkenkolonie. Op de een of andere manier is het vochtig geworden in de bergplaats. Enkele kaarten en boeken kunnen we dadelijk overboord zetten. We zetten alle wapens in tegen het ongedierte: chloor, spuitbussen met bestrijdingsmiddelen en een mengsel van boorzuur en suiker (recept van medezeilers). Hopelijk hebben we onszelf nu definitief van dit probleem ontdaan.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]In St.Lucia een weerzien met de Sepia, die ons tevens onze reservesleutel overhandigen, die wij in Trinidad vergaten. Dan hijsen wij zeil en koersen naar de volgende bestemming: Martinique. Hier liggen we in Marin, de charterbasis voor de Fransen (vreselijk), St Anne (leuker, met name het snorkelen) en de hoofdstad Fort de France. Hier cirkelt een douane boot rond de ankerplek. Ik wordt meteen nerveus, immers, na St Vincent zijn wij gestopt met in- en uitklaren op de verschillende eilanden. Als de drie douaniers bij onze Noorse buren aan boord stappen en hen aan een kruisverhoor onderwerpen, wordt Andrew ook onrustig. En inderdaad, na de Noren zijn wij aan de beurt. De beambten zijn erg vrolijk, maar ik bekijk ze met argusogen. Na een kwartiertje weten ze wat ze weten willen (met wat leugentjes van onze kant) en zijn wij ingeklaard! Wat een service en dat gratis en voor (zorgen) niets. Als laatste bezoeken we op Martinique St. Pierre. Hier liggen we onder de rook van de eerder genoemde vulkaan Mount Pele en bereiden we ons voor op de oversteek naar Dominica, het eerste ?leeward? of benedenwindse eiland.[/size]
[size=15]27 april ? 3 mei: Dominica ? Gouadeloupe - Montserrat<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p></o:p>[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Dominica was voor ons in eerste instantie een stop-over. Ankeren en slapen en door naar Gouadeloupe. Bji aankomst in Portsmouth bleek de baai onverwacht mooi en de boatboys onverwacht vriendelijk, waarop wij besloten de volgende dag toch een tochtje landinwaarts te maken. Dominica, niet te verwarren met de Dominicaanse republiek, heeft de hoge bergen en zorgt op die manier voor haar eigen watervoorziening. De vochtige passaatwind wordt omhoog gestuwd en condenseert en regent uit boven de tropische regenwouden. Door de veelvuldige regenval zijn er op Dominca enkele zoetwater rivieren en op ??n van deze rivieren laten wij ons stroomopwaarts roeien. ?t Is precies wat wij ervan verwachten, wind die door de bomen ruist, het geluid van exotische vogels en mangroves langs de oevers. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Een tweede avontuur vandaag is het innemen van diesel. We leggen aan aan de steiger voor cruiseschepen, waar middels een verrijdbaar tankstation onze jerrycans gevuld worden. Om de diesel taxfree te kunnen afrekenen, zijn zeker drie ambtenaren een half uurtje zoet. Dan kunnen wij vertrekken richting Iles des Saintes, een kleine eilandengroep behorend bij Gouadeloupe. We laten het anker vallen in een kleine baai en gaan met de snorkels te water. Andrew controleert het anker en ik maak kennis met een vreemde bolle vis en een zeeslang.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Zaterdag, het is bij jullie koninginnedag, varen wij naar het ?hoofddorpje? van deze eilandengroep. Tja, het is Frans grondgebied en als je dan tussen de Fransen in wilt ankeren, wordt je argwanend bekeken. De Fransen voor ons denken dat wij ons anker over hun hekanker gooien en de Fransen achter ons zijn bang dat we veel te dichtbij komen te liggen. Uiteindelijk liggen we prachtig tussen iedereen in boven een familie zeesterren en ligt het hekanker van onze buren vast achter een blok beton en niet achter onze ketting. Met Frank en Marijke van de Sepia duiken we de zeesterren op om ermee te poseren voor de camera. We zeilen de volgende dag samen naar Petit Havre op Gouadeloupe. Dit natuurlijke haventje ligt achter de bescherming van een rif, dat bij inspectie met de snorkels grotendeels afgestorven blijkt te zijn. We kunnen de weg terug naar de boot niet goed meer vinden. Met onze buik 5cm boven de bodem flipperen we over een eindeloze (zee)grasvlakte met hier en daar een (zee)egeltje heen. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]1 mei, dag van de arbeid, is een feestdag in Frankrijk. Wij hoopten of wat feestvreugde in Point de Pitre, maar het stadje is uitgestorven. De regenbuien volgen elkaar in een rap tempo op, dus al voor het eind van de middag liggen we aan een ankerboei voor de brug over de rivier die beide eilanden van Guadeloupe scheidt. De volgende ochtend gaat om half vijf de wekker. Beide bruggen over de rivier gaan maar ??n keer per dag open. Juist, ?s ochtends vroeg? Wij zijn wat ondieper dan de Sepia, dus zij volgen in ons kielzog. Gelukkig niet exact, want bij de eerste boei lopen wij meteen aan de grond. Eeeh, Andrew, je zei toch dat ik de groene boeien aan bakboord moest houden? Gelukkig kan Frank ons lostrekken en halen we de opening van de tweede brug. Het avontuur is nog niet over want in de binnenzee moeten we ook nog een kanaal volgen. Twee maal raken we buiten de geul, maar gelukkig beide keren zonder de grond te raken. [/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]Na een lange tocht bereiken we Montserrat, waar in de jaren 1995-1997 de helft van het eiland werd bedolven onder vulkanisch as door uitbarsting van de vulkaan Soufriere Hills. In de ankerplaats, een baai willen we deze instulping van het land het niet noemen, komt een deining van een meter hoog binnen. We ankeren in zo diep mogelijk water om er zo min mogelijk last van te hebben. Met enige zorgen laten we de volgende dag de boot achter om het gebied te bezoeken wat 10 jaar geleden is ge?vacueerd. Door de pyroclastische uitstoot (vulkanische as en zand) van de vulkaan is de hoofdstad van Montserrat geheel bedolven en onbewoonbaar geworden. Ook het vliegveld en de havens werden verwoest. Wij staan op de pier waar voor de uitbarsting vissers hun bootjes aan vast maken. Nu heeft de kustlijn zich tientallen meters verplaats richting zee. De eens groene en begroeide hellingen zijn nu grijs en ook buiten het directe stroomgebied ligt het stof decimeters dik.[/size]
<o:p>[size=15] [/size]</o:p>
[size=15]We zijn blij als we het stof af kunnen spoelen in de zee, wanneer we terug zwemmen naar Volle MaaN. We halen het anker op en zetten koers naar Nevis. En warempel, de passaatwind laat het geheel afweten! Al enkele uren varen we op de motor en aangezien we zeilend hogere snelheden halen, is het hopen dat we Nevis nu nog voor het donker zullen bereiken.[/size]
[size=15]4 mei? 9 mei: Nevis ? St. kitts ? St. Eustatius ? St. Maarten<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p></o:p>[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Een ?off-day? zijn wij inmiddels wel gewend, maar de afgelopen week hebben we de week van de missers genoemd. Na het gemiste feest en de gemiste boei in Guadeloupe, moet ook de onderweg naar Nevis (7 uur op de motor varen met stroom tegen) gevangen Horse eye jack terug worden gegeven aan de zee. De kans bestaat dat deze Ciguana heeft en we wensen geen ervaring met deze nare ziekte op te doen. [/size]
[size=15]We brengen een z??r rollerige nacht door voor het strand van Nevis. Een nachtmerrie, we hebben het idee dat de mast van Volle MaaN bijna het water raakt. Later horen we dat het op bijna alle op het oosten gerichte ankerplekken onhoudbaar was door de enorme deining en afwezigheid van wind. Met enige sjacherijn lopen we door het hoofdstadje van Nevis. Duur, duur, duur en niet gezellig ook. Anker op en naar St. Christopher (St. Kitts), waar we een plekje zoeken in de jachthaven. Weer eens een nachtje ongestoorde slapen. Ik had me erg verheugd op het treintje van St. Kitts, wat in vier uur rond het eiland rijdt. Gemist, van mei tot september rijdt het ding niet. We lopen als verzopen katjes door het stadje. Regen, regen, regen. Nu het treintje toch niet door gaat, kunnen we net zo goed vertrekken naar St. Eustatius (Statia), maar Frank herinnert ons er op de valreep aan, dat onze EC dollars op de andere eilanden niet meer geaccepteerd worden. In de stromende regen weer terug naar het centrum om bier te kopen van de laatste bankbiljetten. Gelukkig kunnen we naar Statia zeilen, al valt de wind nogal eens weg en moeten we herhaaldelijk overstag. Terwijl wij de zeilen over bakboord hebben, zien we achter ons de Sepia over stuurboord zeilen. Of andersom. Vreemd. De ankerbaai bij Oranjestad staat bekend als rollerig, maar ons valt het erg mee. We besluiten onszelf te verwennen en gaan met Frank en Marijke eten op de wal. Na een wandeling door schattig Oranjestad, belanden we bij een Duits-Canadees restaurant (op bevrijdingsdag), waar het uitzicht over de baai, de bediening, en de met rum geflambeerde bananen voor een uitermate gezellige avond zorgen.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]De volgende dag beklimmen we de vulkaan. Een pittige tocht omhoog en dan omlaag de krater in, want daar moeten mangobomen zijn. Het pad is echter erg steil en halverwege keren we maar om. Weer een gemiste kans? Nee, achteraf blijken de mango?s pas in juli rijp te zijn. Op de terugweg zien we slangen, talloze hagedissen en brommende kolibri?s. Vreemd ook dat we na 600 meter klimmen, dezelfde heremietkreeftjes op het bospad zien, als beneden op het strand. Afgeleid door alle beestjes verlies ik mijn evenwicht en maak een flinke smakker op het bospad.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Om bij te komen van de wandeling, blijven we nog een nachtje extra op Statia. De wind brengt ons de volgende dag naar St. Maarten, het Franse eiland St. Barts is niet bezeild. Om half zes gaan we door de brug Simpson lagoon in, Nederlands grondgebied op en meteen worden we doorweekt door een stortbui. Het ligt er vol met geankerde jachten, waaronder veel Nederlanders. Het grootste deel bereidt zich voor op de oversteek naar de Azoren, al of niet via Bermuda. De te volgen route is vaak onderwerp van gesprek. Rechtstreeks naar de Azoren is de kortste route, echter alleen de snelste als je voldoende diesel meeneemt. Via Bermuda is om en geeft een grotere kans op slecht weer, maar uiteindelijk gunstiger wind en stroom. Wij zijn er wel uit: volle jerrycans aan dek en de boeg naar de Azoren. Stel dat je in de Bermuda driehoek verzeild raakt?![/size]
Leuk om weer op de hoogte te zijn! schitterende dingen maken jullie mee! Geniet ervan!!!
St. Maarten ? Azoren 14 mei ? 31 mei <?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p></o:p>
<o:p></o:p>
14-05<o:p></o:p>
Allemachtig,
Over jaloezie gesproken. Geniet er van. Hebben jullie jullie verhaal al aangeboden (voor geld uiteraard!) aan het blad Zeilen of de Waterkampioen? Zij willen het vast publiceren. Leuk om te lezen wat jullie zoal mee maken.
Ciao,
[size=15]1 juni ? 17 juni Faial ? Terceira ? Sao Miguel<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p></o:p>[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]De ochtend na aankomst in Horta, Faial, blijkt de jachthaven vol en moeten we ankeren. Dat komt ons niet zo goed uit, het anker hebben we opgeborgen en er is slecht weer op komst. We varen de jachthaven in en vinden een prima plekje langszij de kade. Helaas sneuvelt hierbij de vlaggenstok van de Franse achterbuurman, maar hij neemt het sportief op. De havenmeester ook, we mogen blijven liggen. De dagen in Horta staan nog steeds in het teken van de Atlantische Oversteek. In de jachthaven liggen zo?n 200 boten die allen een OVERSTEEK achter de rug hebben. ?s Avonds in Caf? Sport willen al deze zeilers verhalen over de stormen en ontberingen die zij hebben meegemaakt. Naarmate de avond vordert, wordt de wind steeds harder, de golven steeds hoger en de gevangen vissen steeds groter?[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]De Azoren zijn voor ons vol verrassingen. Het weer valt tegen, de eerste twee weken weinig zon en veel regen. De temperatuur (18-22 graden) laat te wensen over, of zijn wij verwend met de Caribische temperaturen? Verrassingen in positieve zin zijn de regionale wijn en kaas (heerlijk in rode en witte variant) en het prijsniveau (80 cent voor een wijntje, 1 euro voor een biertje en 7,50 voor het havengeld).[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]
Lijkt het zo, of zijn we met het zakken van de temperatuur ook actiever? Behalve Faial bezoeken we ook de eilanden Pico, Terceira en Sao Miguel. Zij zijn, zoals vrijwel alle eilanden die we bezocht hebben, ontstaan ten gevolge van vulkaanuitbarstingen. Naast Faial rees, na een onderzeese uitbarsting in 1958 twee?nhalve vierkante kilometer land uit de zee. Dit groeide uiteindelijk aan het eiland vast. We bezoeken er tevens een whaling station
, waar vroeger gevangen walvissen werden geslacht en we maken een wandeling over de rand van de krater van de lokale vulkaan. Het is enigszins mistig en klam als we arriveren op 1000 meter hoogte en het pad is wat modderig. Halverwege de tocht verandert de mist in een stevige en stationaire regenbui en het pad in een modderpoel. We zijn al snel doorweekt en verkleumd klauteren we de koeien achterna over het smalle pad. Als na een uur eindelijk de auto weer in zicht komt, houdt natuurlijk net de regen op en kunnen we onze broeken, truien en sokken uitwringen. Pas 4 dagen later zijn onze schoenen weer droog?[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Op Pico, dat we bezoeken met de ferry, heeft de bevolking in plaats van de walvisvangst, bron van inkomsten gevonden in de wijnbouw. De druiven worden door muurtjes van lavasteen beschermd tegen de weer en wind.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15] Na een week Horta vertrekken we naar Terceira. Enkele eeuwen geleden was de hoofdstad Angra de belangrijkste aanlegplaats voor de handelsschepen op de terugweg van de West Indies. Het eiland, voor het eerst gekoloniseerd door Nederlanders in de 15de eeuw en daarna bezet door afwisselend de Spanjaarden en de Portugezen, is aan alle kanten gefortificeerd. We bezoeken er de Mount Brasil en de lokale vulkanische uitspattingen: twee grotten en de Furnas, de schoorstenen van een vulkaan. De eerste grot op het programma mogen we vrij inlopen, inkruipen, bekloppen en betasten. Met helm op en dat is maar goed ook, want allemaal stoten we ons hoofd als we aan het eind van een gang te vroeg omhoog komen. Uit de Furnas komen vulkanische gassen uit de grond, precies zoals we op St. Lucia hebben gezien. Andrew steekt zijn hand in een gat, waar stoom uit komt en roept snugger ?au, dat is heet?. De tweede grot is 100 meter diep, heeft onderin een meer en is gevormd door twee vulkaanuitbarstingen 2000 jaar geleden, waarbij de lava zich via een verticale schacht naar buiten perste.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Ook Sao Miguel heeft een krater, waar we met een scooter over de rand rijden. Binnen in de krater zijn twee grote meren ontstaan, welke volgens de reisgids blauw danwel groen moeten zijn. Wij zien alleen twee groene meren (kleurenblind?). De heet water bronnen zijn spectaculair. Het water bruist, borrelt en stoomt voortdurend en de grond eromheen is heet. Men heeft putten gegraven in de grond, waarin eten bereid wordt. Hopelijk houden ze het deksel goed op de pan, want met de warmte komt ook een vieze zwavellucht vrij.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Tussen de vulkanische uitstapjes door gaan we ook nog koe-knuffelen. In het kader van een festival worden op Terceira stierengevechten georganiseerd. Niet zoals we die uit Spanje kennen. Hier vinden ze op straat plaats. De huizen worden gebarricadeerd met hout en karton en de stier zit aan lijn van enkele honderden meters vast. Waaghalzen lopen voor de stier langs om hem uit te dagen en rennen vervolgens hard weg. Soms gaat dit spelletje wel eens mis, maar wij zien alleen een wat suffe makke stier en een goed achter schotten verstopte menigte.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]Na twee en halve week Azoren zijn we aardig bijgekomen van het Atlantische avontuur. Het wordt zo langzamerhand tijd om te vertrekken. We wachten op een goed weather-window om over te steken naar het Europese vasteland.
[size=15]Azoren ? Falmouth 22 juni ? 3 juli<?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><O:P></O:P>[/size]
[size=15]<O:P></O:P>[/size]
[size=15]Na een mislukte poging 4 dagen eerder, plannen we donderdagavond van Terceira te vertrekken voor de laatste grote oversteek. We hebben drie weken genoten van de Azoren. Wat een prachtige eilanden en wat een leuk weerzien met oude bekenden![/size]
[size=15]<O:P></O:P>[/size]
[size=15]Na het MSN-en met het thusfront, gaan we nog even naar het ?koe-knuffelen? kijken. Marijke van de Sepia en Esther van de Lady Jean helpen ons met het losgooien van de lijnen en daar gaan we dan. We moeten eerst om het eiland heen varen en de bedoeling is dan om met de motor aan zoveel mogelijk noordelijk te komen. De wind blijkt echter harder te zijn dan we verwachtten en dan is zeilen een betere optie. De eerste dagen is het telkens kiezen voor de meest gunstige boeg met de meeste snelheid richting het noorden. We willen niet te snel naar het oosten varen, want bij Portugal waait bijna altijd de Portugese Noord (is tegen). Door het hoog aan de wind varen is het niet zo comfortabel aan boord. De boot helt veel over en duikt telkens in de golven. Gelukkig hebben we vaneen medezeiler ingeblikt vlees kunnen overnemen, zodat we toch elke makkelijk en smakelijk kunnen eten. We hebben het wachtensysteem omgedraaid, zodat Andrew nu als eerste gaat slapen. Het is nieuwe maan en bewolkt, dus de nachten zijn erg donker. Om ons heen zijn geen schepen te bekennen. Overdag zijn we voortdurend op de uitkijk voor walvissen. We zien echter alleen het spuiten van deze dieren in de verte en heel af en toe wat dichterbij een rugvin.[/size]
[size=15]<O:P></O:P>[/size]
[size=15]Op St Maarten vertelde de Schorpioen ons dat het enige gevaar tussen de Azoren en Engeland een weer-boei zou zijn. We maakten toen grapjes dat we daar aan vast konden leggen om met z?n allen een borrel te drinken en een nachtje door te slapen. Maar de kans dat je zo?n relatief kleine boei tegen komt op zo?n grote oceaan is wel erg klein! Dus wie schetst onze verbazing als we het ding op nog geen 200 meter afstand ontwaren. Een foto waard, evenals de zwart-witte dolfijnen, waaronder een moeder met baby-dolfijn, en een tegenligger, een zeilboot op weg naar de Azoren. Als er ook nog een vrachtschip passeert, wordt het wel een h??l drukke dag. [/size]
[size=15]<O:P></O:P>[/size]
[size=15]Na 4-5 dagen draait dan eindelijk de wind. Ze komt meer van achteren en daarmee wordt het veel comfortabeler aan boord. Wat een verademing! Ook de zon breekt dan eindelijk door de loodgrijze lucht heen. We zitten zelfs even in onze blote body buiten. ?s Nachts heb ik me heerlijk buiten ge?nstalleerd met een kop thee en een boek, als ik me verbaas over de rust op de boot. We varen precies voor de wind met het grootzeil over stuurboord en het voorzeil over bakboord en normaal gesproken levert dat af en toe een klapperend zeil op. Na een minuut of vijf ga ik toch maar eens polshoogte nemen en dan blijkt het voorzeil naar beneden te zijn gekomen. Zo rustig mogelijk maak ik Andrew wakker. T? rustig want inmiddels ligt het hele zeil in het water. Samen halen we het binnen en vouwen de 23 vierkante meter op op het voordek. We varen verder op alleen het grootzeil tot het licht wordt. Dan blijkt de schakel tussen de val (de hijslijn) en het zeil is gebroken. De val hangt nog bovenin de mast en moet naar beneden komen. Met een lasso-knoop gehesen aan onze reserve-val lukt het niet en nu zit ook nog de reserve-val vast bovenin de mast. Er moet iemand de mast en na rijp beraad gaat Andrew naar boven. Ik hijs hem aan de grootzeil-val, een borglijn hebben we niet meer, en hij helpt me door mee te klimmen. Op 12 meter hoogte gaat hij flink heen en weer, maar hij heeft de klus binnen enkele minuten geklaard. Ik sta beneden te springen van vreugde en laat hem snel weer naar beneden.[/size]
[size=15]<O:P></O:P>[/size]
[size=15]Na nog een heerlijke dag in de zon met heerlijke wind, draait deze weer de noordoost hoek in. De zeilen gaan weer aan en we stuiteren over de golven. Frankrijk komt dichterbij. We zien geen land, maar krijgen wel een passagier. Een postduif landt in de kuip om even bij te komen. We geven hem/haar wat water en kruimels en schrijven het nummer om de poot op. Je weet maar nooit. Na een uurtje is het dier weer verdwenen. [/size]
[size=15][/size]
[size=15]De weersvoorspellingen in het kanaal, waar we nu bijna zijn, blijven over noodoosten wind spreken. Dat is precies tegen! Na een laatste nacht met wind valt in de ochtend voor we Ouessant bereiken de wind helemaal weg. Over een vlakke zee motoren we verder. Deze heeft nog nooit zovee gedraaid als tijdens deze tocht! Wij hebben onze koerslijn zo gepland dat we buiten de ?snelweg? voor de scheepvaartroutes om gaan (de vrachtschepe hebben hier voorrang op ons). Maar tot onze grote verbazing zien we het ??n na het andere containerschip of tanker uit de nevel opdoemen, precies op een tegengesteld koers! Is de scheepvaart route verlegd en spookvaren we nu? De schepen wijken echter wel voor ons uit. Het lijkt erop dat ze niet willen omvaren en de buitenbocht om Ouessant heen nemen. Wij gaan in de ?berm? van de noordgaande baan varen, zodat we alleen meelopers achterop krijgen, die dezelfde koers varen. We hebben geen last meer van hen, tot we ze zullen kruisen aan het eind van de ?snelweg?, maar dan hebben w?j weer voorrang. Het is dan donker en je ziet goed aan de navigatieverlichting, waar de schepen heen gaan.We hadden gehoopt hier GSM-bereik te krijgen om het thuisfront te bellen, maar helaas. Ik heb de eerste wacht vanavond. De wind steekt op, ik wil zeilen, maar alles lijkt tegen te zitten. De valstopper zit vast, ik reef voor niets het grootzeil en als dan ook de windstuurautomaat blokkeert, heb ik het helemaal gehad. Na een niet te herhalen scheldpartij van mijn kant komt Andrew uit zijn bed en neemt het over. Ik blijf nog een uurtje zitten. Het is de tweede nacht met hevig onweer om ons heen. Gelukkig komt het nu niet dichterbij. Ik slaap een paar uurtjes op de bank en Andrew motort danwel zeilt zoveel mogelijk richting Cherbourg. Hij gaat nog een uurtje in bed en dan neem ik weer over. Het blijkt echter al snel dat Cherbourg nog minstens 36 uur varen zal zijn tegen de wind in en dat zien we niet meer zitten. Falmouth is nu in ??n slag bezeild en we besluiten naar de zuidpunt van Engeland te koersen.[/size]
[size=15]<O:P></O:P>[/size]
[size=15]De laatste uren zeilen we op de motor en dan komt eindelijk land in zicht. We bellen naar huis om door te geven dat we er bijna zijn en dat het laatste stuk oceaan is bedwongen. Vastgeknoopt aan de steiger, na een warme douche en een nacht aan ??n stuk door slapen, vallen de ?ontberingen? al snel van je af. Maar, dit is de lastigste en moeizaamste oversteek voor ons geweest. De 2200 mijl van St Maarten naar de Azoren deden we in 17 dagen, deze 1150 mijl hebben ons 11 dagen gekost! We gaan lekker bijkomen in Falmouth, vers fruit en groente inkopen en de snoepvoorraad aanvullen en dan zeilen we zo snel mogelijk naar Nederland toe![/size]gibsea3338914,9455555556
Volle Maners,
Klopt het dat ik jullie al onder de brug bij Dordrecht heb zien varen op vrijdag om 13.17 uur? Ik heb nog geroepen over de marifoon, maar geen reactie.
Ciao,
Beste Linda en Andrew,
Allereerst wensen wij jullie een fantastisch 2007 toe. Wij hebben jullie helemaal gevolgd en vonden het erg leuk jullie reis zo te volgen. Alles hebben we geprint en samengevoegd. De vraag is of jullie nog een slot maken tot en met terugkeer in de thuishaven toe? Het zou leuk zijn om jullie verhaal compleet te hebben.
Met viendelijke groet,
Willem en Marja Nooijens
de PALADYN
[size=15]In Falmouth nemen we enkele dagen om bij te komen van de toch wel zware tocht. Boodschappen, verse groente en fruit, een biertje niet op het terras, want het regent veel en vaak. Tja, we zijn tenslotte in Engeland.[/size]
[size=15] <?:namespace prefix = o ns = “urn:schemas-microsoft-com:office:office” /><o:p></o:p>[/size]
[size=15]Dat zul je zien. Altijd zuidwestenwind in het kanaal, behalve als wij naar Nederland moeten zeilen. ?t Is noordoost wat de klok slaat. Na enkele dagen komt een weather window in zicht; enkele dagen een westelijke wind. We besluiten de volgende dag te vertrekken. Andrew gaat voor de zekerheid de mast in, hij heeft zijn twijfels over de zalingen. En inderdaad, beide zalingen blijken op dezelfde plek gescheurd.[/size]
[size=15][/size]
[size=15]Wat nu? Laten repareren in Falmouth en enkele dagen vertraging oplopen? Naar Cherbourg motoren, zodat we in ieder geval op het Europese vasteland zijn? We vermoeden dat we al een tijdje met de gebroken zalingen rondvaren en besluiten toch te vertrekken richting Nederland. We zullen voorzichtig aan doen en gereefd te zeilen, zodat de druk op de zalingen beperkt blijft. ?s Ochtends 5 juli vertrekken we. Eerst nog aan de wind, maar geleidelijk kunnen we ruimen. Tot de avond valt, dan gaat de motor aan. Dit herhaalt zich drie dagen lang. We willen opschieten, want er ligt een depressie op de loer. Het is wennen om ?s nachts goed te moeten op letten op andere scheepvaart. De eerste nacht is het nog rustig, maar naarmate het kanaal smaller wordt, zien we aan stuurboord steeds meer lampjes. Overdag is het ook opletten geblazen, en weer na denken over voorrangsregels. Zijn we niet meer gewend? Bij het oversteken van de scheepvaartroute bij Dover schatten we prompt de snelheid van een vrachtschip verkeerd in, maar hij wijkt voor ons.[/size]
[size=15]Een navigatiefout brengt ons tussen de zandbanken voor de Belgische kust. Net nu de wind aantrekt tot een stevige 5 Bft. We komen er gelukkig prima tussendoor. De laatste nacht varen we langs de lastigste kust tot nu toe. Vol banken en (on)verlichte boeien. We worden er nerveus van en vergelijken om de haverklap de knipperende boeien met de kaart.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]In de vroege ochtend van 7 juli komen we bij de roompot sluis aan. Hadden we gedacht te kunnen schutten, maar juist in zaterdagnacht schut de sluis niet ?s nachts. We kunnen ons dus enkele uurtjes slaap gunnen, tot de eerste schut om 06.00uur en onze buurman wil schutten. Wij blijven nog even liggen. Als we tijdens een ge?mproviseerd ontbijt door het kajuitraampje kijken, zien we mijn ouders op de kade staan. [/size]
[size=15]Weerzien aan boord met een kopje koffie zonder lekkers, dat hebben we niet meer aan boord. Zij rijden en wij varen naar de Roompot marina, waar we bijpraten met een wat uitgebreidere lunch dan de koffie.[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Wij varen nog een weekje in Zeeland rond. We worden pas volgend weekend in de jachthaven van Papendrecht verwacht. Een aangename hernieuwde kennismaking met de Zeeuwse wateren, waar je kunt zeilen met 6 knopen wind en vlak water! En we zien voor het eerst bruinvissen in de Oosterschelde! Om dolfijnen te zien hadden we deze reis dus niet hoeven ondernemen?[/size]
[size=15] <o:p></o:p>[/size]
[size=15]Vrijdag 14 juli varen we onder de Dordtse brug door en worden verwelkomd door spandoek met familie, of andersom, dat kan ook. De volgende dag houden we een borrel aan boord. Heerlijk weerzien van familie en vrienden! Voor ons begint het wennen aan het leven in Nederland, aan wonen in een huis, en een fulltime baan. De reis zit erop voor ons, maar we weten zeker: dit doen we nog een keer !![/size]
[size=15][/size]
Heel veel respect!! Is jullie ligplaats in Papendrecht? Ik werk in Papendrecht aan de Ketelweg…
Groetjes en tot ziens!